De show van De Fryske Quadrille bestaat uit het rijden van allerlei figuren op muziek, die uiterste concentratie van de menners en paarden vergen. De dans wordt altijd in draf gereden en bevat verschillende elementen waarbij timing en teamwork van groot belang zijn. Tijdens de shows worden er geen commando’s met de stem gegeven; de leider stuurt door een fluitsignaal de menners aan.

Enkele onderdelen van de show zijn het klaverblad, de molenwiek en de linie. Het klaverblad bestaat uit vier denkbeeldige ringen waarbij de combinaties elkaar passeren en doorsteken op de middenstip van de baan. Tijdens de molenwiek is de groep gesplitst in twee viertallen, waarbij er in één lijn om de middenstip wordt gedraaid. De spanning en de moeilijkheid worden vergroot bij de linie; hierbij moet het binnenste span ‘op een dubbeltje’ kunnen draaien. Het buitenste span moet de hele omtrek van de cirkel draven, alles zoveel mogelijk in een rechte lijn. Het is een indrukwekkend gezicht: zestien paardenhoofden op een rij en een woud aan paardenbenen! En aan iedereen duidelijk, dat dit het moeilijkste onderdeel van de choreografie is.

Afhankelijk van het aantal shows per jaar wordt er intensief getraind. De training wordt gedaan met speciaal geconstrueerde trainingswagens; niet met de kostbare sjezen. De trainingswagens hebben dezelfde afmetingen als de sjezen. Nieuwe elementen van de dans worden eerst te voet gelopen voordat aangespannen wordt geoefend, net zo vaak tot de combinaties de figuren kunnen dromen. Sommigen dromen er ook in werkelijkheid van!